Is het 'wordt' of 'word'? Wij leggen het verschil in spelling uit

Is het 'wordt' of 'word'? Wij leggen het verschil in spelling uit

Waarom verwarring ontstaat tussen 'wordt' en 'word'

De Nederlandse taal zit vol met werkwoordsvormen die op elkaar lijken, maar toch iets anders betekenen of in een andere grammaticale situatie gebruikt moeten worden. Een veelvoorkomende spellingsvraag is: schrijf je 'word' of 'wordt'? Deze verwarring ontstaat vooral doordat de uitspraak van beide vormen in normaal spraakgebruik vaak hetzelfde klinkt, terwijl de schrijfwijze verschilt.

De regels achter 'word' en 'wordt'

Beide vormen zijn afkomstig van het werkwoord 'worden'. Om te begrijpen wanneer je welke vorm gebruikt, is het belangrijk om naar het onderwerp van de zin en de werkwoordstijd te kijken. In de tegenwoordige tijd gebruik je 'word' als het onderwerp 'ik' is. Bij andere onderwerpen, zoals 'jij', 'hij', of 'zij', gebruik je 'wordt'.

Voorbeeld met 'word'

'Ik word morgen 30 jaar.' In deze zin is het onderwerp 'ik'. Daarom gebruik je de stam van het werkwoord zonder extra 't'. De stam van 'worden' is namelijk 'word'.

Voorbeeld met 'wordt'

'Hij wordt morgenochtend wakker om 7 uur.' Hier is het onderwerp 'hij'. Daarom moet je de stam 'word' combineren met een 't' aan het einde: 'wordt'.

Wanneer gaat het fout?

Veel mensen maken fouten bij de omkering van zinnen, zoals bij vragen. Bijvoorbeeld, in de vraag: 'Word jij morgen ook wakker om 8 uur?' schrijven sommigen per ongeluk 'wordt' omdat ze gewend zijn aan de combinatie 'jij wordt'. Maar zodra je het onderwerp achter het werkwoord plaatst, zoals in een vraag, verdwijnt de 't': 'Word jij...'

Waarom zegt men toch vaak 'wordt' bij 'jij'?

Wanneer het onderwerp 'jij' is en het achter de persoonsvorm komt te staan, zoals in een vraag ('Word jij wakker?'), valt de 't' meestal weg. Maar als 'jij' voor het werkwoord staat, gebruik je wel de 't' ('Jij wordt wakker'). Deze regel leidt regelmatig tot verwarring, vooral als mensen het intuïtief proberen te schrijven zonder de grammaticale regel toe te passen.

Een handige tip om de juiste vorm te kiezen

Als je twijfelt, herschrijf de zin dan even met het onderwerp 'ik'. Klinkt de zin goed met 'ik word'? Dan gebruik je bij 'ik' dus geen 't'. Als je in plaats van 'ik' een ander onderwerp hebt zoals 'jij' of 'hij', dan voeg je vaak een 't' toe. Zo maak je makkelijker het onderscheid tussen 'word' en 'wordt'.

Samenvatting van het verschil

Kort samengevat: gebruik 'word' als het onderwerp 'ik' is. Gebruik 'wordt' als het onderwerp een derde persoon enkelvoud is, zoals 'hij', 'zij' of 'het'. Bij 'jij' hangt het ervan af of het onderwerp vóór of achter het werkwoord staat. Door deze regels goed te onthouden of even te testen door de zin met 'ik' te herschrijven, voorkom je fouten in de spelling.